Besturingselement Power BI-tegel in Power Apps

Een besturingselement waarmee een Power BI tile in een app wordt weergegeven.

Hebt u Power BI niet? Meld u aan.

Beschrijving

Profiteer van uw bestaande gegevensanalyse en -rapportage door uw Power BI tiles in uw apps weer te geven. Geef de tegel op die u wilt weergeven door op het tabblad Gegevens in het paneel met opties de bijbehorende eigenschappen voor Workspace, Dashboard en Tile in te stellen.

Delen en beveiliging

Wanneer u een app deelt die Power BI-inhoud bevat, moet u niet alleen de app zelf delen, maar ook het dashboard waarop de tegel is gebaseerd. Anders wordt de Power BI-inhoud niet weergegeven, zelfs niet voor gebruikers die de app openen. Apps die Power BI-inhoud bevatten, respecteren de machtigingen voor die inhoud.

Prestaties

Het wordt afgeraden meer dan drie Power BI tiles op hetzelfde moment in een app te hebben geladen. U kunt het laden en verwijderen van de tegel beheren door de eigenschap LoadPowerBIContent in te stellen.

Insluitingsopties

Insluitingsopties verschillen tussen versies van de Power BI-API. Vanwege het nieuwe Power BI API-verificatieschema is uw tegel mogelijk niet toegankelijk op mobiele apparaten of in andere insluitingsscenario's (Teams of SharePoint).

U kunt het gebruik van de API-versie beheren met de eigenschap AllowNewAPI. Zie Belangrijkste eigenschappen voor meer informatie.

Filteren

Filteren verschilt tussen de versies van de Power BI-API. Zie de betreffende secties hieronder, afhankelijk van hoe u het besturingselement configureert.

Bij gebruik van de nieuwe API om de Power BI-service aan te roepen

Wanneer de eigenschap AllowNewAPI is ingesteld op True, gebruikt u een nieuwe API om de Power BI-service aan te roepen. Zie voor meer informatie Een rapport filteren met querytekenreeksparameters in de URL.

Bij gebruik van de oorspronkelijke API om de Power BI-service aan te roepen

Wanneer de eigenschap AllowNewAPI is ingesteld op Onwaar, gebruikt u de oorspronkelijke API om de Power BI-service aan te roepen. In dit geval kunt u door een enkele parameter uit de app door te geven de resultaten filteren die verschijnen in een Power BI-tegel. Echter alleen tekenreekswaarden en de operator Is gelijk aan worden ondersteund en het filter werkt mogelijk niet als de tabelnaam of de kolomnaam spaties bevat.

Als u één filterwaarde wilt doorgeven, wijzigt u de waarde van de eigenschap TileURL, waarbij deze syntaxis wordt gevolgd:

"https://app.powerbi.com/embed?dashboardId=<DashboardID>&tileId=<TileID>&config=<SomeHash>"

Voeg aan deze waarde deze syntaxis toe:

&$filter=<TableName>/<ColumnName> eq '<Value>'

Als u bijvoorbeeld een waarde uit een keuzelijst gebruikt:

"&$filter=Store/Territory eq '" & ListBox1.Selected.Abbr & "'"

De parameter filtert een waarde in de gegevensset van het rapport waaruit de tegel afkomstig is. De filterfunctie heeft echter de volgende beperkingen:

• Er kan slechts één filter worden toegepast.
• Alleen de operator eq wordt ondersteund.
• Het veldtype moet tekenreeks zijn.
• Filteren is alleen beschikbaar voor vastgemaakte visualisatietegels. Het wordt niet ondersteund voor vastgezette rapporten.
• R- en Python-scriptvisuals kunnen niet worden gefilterd.

U kunt berekende velden gebruiken in het Power BI-rapport om andere waardetypen om te zetten in tekenreeksen of om meerdere velden in één veld te combineren.

Sleuteleigenschappen

AllowNewAPI - Of de nieuwe API moet worden gebruikt bij het aanroepen van de Power BI service. De waarde instellen op Waar zal het gebruik van de nieuwe Power BI-API (die niet wordt ondersteund in mobiele en sommige insluitingsscenario's, maar wat meer geavanceerdere filtering mogelijk maken). Niet waar zal de originele API gebruiken. De standaardwaarde is Onwaar.

Dashboard: het Power BI-dashboard waaruit de tegel afkomstig is.

LoadPowerBIContent - wanneer insteld op Waar, dan wordt de Power BI-content geladen en weergegeven. Wanneer insteld op Niew waar, dan wordt de Power BI-inhoud verwijderd, waardoor geheugen wordt vrijgegeven en prestaties worden geoptimaliseerd.

PowerBIInteractions - Indien ingesteld op Waar, kan de Power BI-inhoud worden gebruikt, maar de Power Apps OnSelect-gebeurtenis wordt niet geactiveerd. Wanneer ingesteld op Niet waar kan de tegel niet worden gebruikt, maar zal de Power Apps OnSelect-gebeurtenis worden geactiveerd wanneer de tegel wordt geselecteerd.

Tile: de naam van de Power BI-tegel die u wilt weergeven.

Workspace: de Power BI-werkruimte waaruit de tegel afkomstig is.

Aanvullende eigenschappen

BorderColor: de kleur van de rand van een besturingselement.

BorderStyle: hiermee wordt aangegeven of de rand van een besturingselement effen, onderbroken of gestippeld is, of dat er geen rand is.

BorderThickness: de dikte van de rand van een besturingselement.

DisplayMode: bepaalt of invoer van de gebruiker is toegestaan (Edit), of gegevens alleen worden weergegeven (View) of het besturingselement wordt uitgeschakeld (Disabled).

Height: de afstand tussen de boven- en onderrand van een besturingselement.

OnSelect: Acties die moeten worden uitgevoerd wanneer de gebruiker een besturingselement selecteert. Standaard wordt het Power BI-rapport geopend dat is gekoppeld aan de tegel.

TileUrl: de URL waarmee de tegel wordt aangevraagd bij de Power BI-service. Als u het filteren van zoekreeksen aan uw URL wilt toevoegen, raadpleegt u de sectie over filteren hierboven.

Visible: hiermee wordt aangegeven of een besturingselement zichtbaar of verborgen is.

Width: de afstand tussen de linker- en rechterrand van een besturingselement.

X - De afstand tussen de linkerrand van een besturingselement en de linkerrand van de bovenliggende container (het scherm—als er geen bovenliggende container is).

Y - de afstand tussen de bovenrand van een besturingselement en de bovenrand van de bovenliggende container (het scherm—als er geen bovenliggende container is).

Voorbeeld

1. Open op het tabblad Insert het menu Grafieken en voeg vervolgens een Power BI-tegel-besturingselement toe.

   Weet u niet hoe u een besturingselement kunt toevoegen of configureren?

2. Selecteer op het tabblad Gegevens in het deelvenster met opties de optie Mijn werkruimte voor de instelling Werkruimte.

3. Selecteer een dashboard in de lijst met dashboards en selecteer vervolgens een tegel in de lijst met tegels.

   Het besturingselement geeft de Power BI-tegel weer.

Richtlijnen voor toegankelijkheid

De Power BI-tegel is gewoon een container voor Power BI-inhoud. Informatie over het maken van toegankelijke inhoud met deze toegankelijkheidstips voor Power BI.

Als de Power BI-inhoud geen titel heeft, kunt u een kop toevoegen met het besturingselement Label om schermlezers te ondersteunen. U kunt het label direct vóór de Power BI-tegel plaatsen.